Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Hoge Raad: buitenlands inkomen telt niet mee bij arbeidskorting

Geplaatst op: 22-12-2021, 09:06:01

De Hoge Raad heeft zich gebogen over de vraag of voor iemand die in de loop van het jaar emigreert het arbeidsinkomen moet worden gebaseerd op zijn wereldinkomen in het gehele jaar.

De staatssecretaris was in cassatie gegaan tegen het oordeel van het hof over de arbeidskorting bij een man die naar Costa Rica is geëmigreerd. Tevergeefs, want de Hoge Raad oordeelt net als het hof dat er onvoldoende redenen zijn om aan te nemen dat het begrip arbeidsinkomen in de Wet IB 2001 zo moet worden uitgelegd dat daaronder ook inkomsten vallen die door een niet-inwoner van Nederland zijn genoten en die niet in Nederland belastbaar zijn. 

De man woonde tot en met 31 oktober 2015 in Nederland. Op 1 november 2015 is hij naar Costa Rica geëmigreerd. De man ontving € 64.046 loon voor werkzaamheden die hij in Nederland heeft verricht in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 oktober 2015. Ook heeft hij € 17.362 loon ontvangen van een andere werkgever voor werkzaamheden die hij heeft verricht in Costa Rica in de periode 1 november 2015 tot en met 31 december 2015.

Berekening arbeidskorting

In de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2015 stelde de fiscus het belastbaar inkomen uit werk en woning vast op € 57.963 (het loon van € 64.046 min negatieve inkomsten eigen woning van € 6.083). Voor de berekening van de hoogte van de arbeidskorting nam de Belastingdienst echter het totale loon van € 81.408 (€ 64.046 plus € 17.362) in aanmerking.

Hoge Raad

Voor het hof was in geschil of bij de berekening van de arbeidskorting niet alleen het in Nederland, maar ook het in Costa Rica genoten loon in aanmerking moest worden genomen. Die vraag heeft het hof ontkennend beantwoord. De staatssecretaris ging in cassatie. Daar werd betoogt dat het inkomen dat de man in 2015 na zijn emigratie in Costa Rica heeft genoten, deel uitmaakt van zijn arbeidsinkomen en daarom mede van belang is voor de vaststelling van de hoogte van de arbeidskorting. De arbeidskorting beoogt rekening te houden met de draagkracht van de belastingplichtige. De uitleg van het hof leidt er echter toe dat de arbeidskorting voor de man niet langer op zijn draagkracht is gebaseerd, werd aangevoerd.

De Hoge Raad geeft echter opnieuw de geëmigreerde belastingbetaler gelijk. Daarbij wordt onder meer overwogen dat de wettekst niet duidelijk is over de uitleg van het begrip arbeidsinkomen. Als voor de berekening van de arbeidskorting tevens rekening gehouden moet worden met niet-Nederlands inkomen van personen die niet-inwoner zijn van Nederland en ook niet als zodanig worden gekwalificeerd, kan dit worden gezien als een uitbreiding van het inkomen dat in aanmerking wordt genomen bij de heffing van inkomstenbelasting. Daarom moet worden onderzocht of uit de context van de artikelen over de arbeidskorting kan worden afgeleid dat de hiervoor bedoelde uitbreiding is beoogd.

De Hoge Raad concludeert dat dat niet het geval is en komt tot het oordeel dat er onvoldoende redenen zijn om aan te nemen dat het begrip arbeidsinkomen (in artikel 8.1, lid 1, aanhef en letter e, Wet IB 2001) zo moet worden uitgelegd dat daaronder mede inkomsten die door een niet-inwoner van Nederland zijn genoten en die niet in Nederland belastbaar zijn moeten worden begrepen.

Bron: www.accountancyvanmorgen.nl van 21 december 2021

Ga terug naar de vorige pagina