Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Urenspecificatie op maandbasis te algemeen voor zelfstandigenaftrek

Geplaatst op: 10-02-2021, 11:17:30

Een zelfstandige die een urenopgave per maand en foto’s van de openingstijden van zijn winkel gaf als onderbouwing voor het voldoen aan het urencriterium, kan geen recht doen gelden op de zelfstandigenaftrek, oordeelt het gerechtshof in Den Bosch. Dat is te algemeen.

De man kreeg van de Belastingdienst een aanslag en een verzuimboete opgelegd over 2016. Hij heeft een eenmanszaak en is actief als groothandel in consumentenartikelen en handel in faillissementspartijen. Over 2016 had hij geen aangifte gedaan, waarna de fiscus een geschat belastbaar inkomen uit werk en woning heeft opgevoerd en een geschat bijdrage-inkomen van € 19.000.

‘Zeker 6 uur per dag in de winkel’

Nadien komt de man alsnog met zijn aangifte, die als bezwaar in behandeling is genomen. De aangifte komt uit op een belastbaar inkomen van – € 7.256, waarbij hij overigens de zelfstandigenaftrek niet in aanmerking heeft genomen. Hij stelt zijn uren besteed aan bedrijfsvoering op 1.400. Ter onderbouwing stuurt hij later een overzicht met gewerkte uren per maand. Dat komt telkens uit op 160 uur. Zijn boekhouder meldt nog dat hij ‘zeker wel voor 6 uur per dag’ in zijn winkel werkte. Foto’s van borden met openingstijden en inkoopactiviteiten moeten dat ondersteunen.

Te algemeen van aard

Voor het hof is de vraag aan de orde of de man recht heeft op zelfstandigenaftrek. Het hof sluit aan bij de eerdere uitspraak van de rechtbank dat dat niet het geval is, met onder meer als argument dat urenspecificaties voor de zelfstandigenaftrek niet algemeen en oncontroleerbaar mogen zijn. ‘Zowel het door belanghebbende overgelegde urenoverzicht als de overgelegde foto’s zijn te algemeen van aard, terwijl belanghebbende heeft toegegeven niet over een specificatie te beschikken. Hieruit kan niet worden afgeleid hoeveel uren belanghebbende daadwerkelijk aan zijn onderneming heeft besteed. De enkele stelling van belanghebbende dat hij dagelijks in de winkel is doet daar niet aan af’, was het oordeel van de rechter. Het hof neemt dat over, mede omdat de man in hoger beroep geen andere argumenten dan bij de rechtbank heeft aangevoerd.

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 31 december 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:4104

Bron: www.accountancyvanmorgen.nl van 8 februari 2021

Ga terug naar de vorige pagina