Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Verdiepingsartikel: BTW en tijdelijke factureringsstop als gevolg van coronacrisis

Geplaatst op: 26-05-2020, 09:36:24

Als gevolg van de coronacrisis proberen BTW-ondernemers hun afnemers op verschillende manieren tegemoet te komen. Eén van de tegemoetkomingen waarover een BTW-ondernemer vaak nadenkt is het opschorten van de facturering bij doorlopende prestaties. Dit kan een aantrekkelijke oplossing lijken, maar voor de BTW zitten hier een aantal haken en ogen aan.

De BTW-ondernemer moet op de hoogte zijn van de juiste factureringsregels zodat hij de beste keuzes kan maken en niet voor vervelende verrassingen komt te staan. Dat geldt helemaal als u van een normale, vaak automatische factuurprocedure gaat afwijken, zoals het geval is bij een factureringsstop.

BTW wel verschuldigd bij opschorting facturering

Een zeer belangrijk gevolg van een factureringsstop is dat de BTW-ondernemer de BTW over de dienst of levering waarvan de facturering wordt opgeschort wel verschuldigd blijft, ook al is er geen factuur door hem aan zijn afnemer uitgereikt.

Opschorting van de facturering leidt niet tot opschorting van het betalen van het BTW-bedrag. Zo kan een BTW-ondernemer een factureringsstop overwegen bij onder meer:

  • de verhuur van onroerend goed;
  • bij abonnementen;
  • bij managementvergoedingen.

Maar de BTW over de overeengekomen diensten blijft verschuldigd. Voor het moment waarop de BTW verschuldigd is, is namelijk niet bepalend of en op welk moment een factuur verstuurd is, maar op welk moment de prestatie is verricht en een factuur uitgereikt had moeten worden. Zo is de BTW bij prestaties aan ondernemers en rechtspersonen verschuldigd op het moment waarop de factuur is uitgereikt of uitgereikt had moeten worden.

De BTW-ondernemer moet volgens de wetgeving de factuur uiterlijk de vijftiende dag van de maand volgende op de maand waarin de prestatie is verricht aan zijn afnemer uitreiken. Hierdoor leidt het opschorten van de facturering niet tot uitstel van het moment waarop de BTW door de BTW-ondernemer die de prestatie verricht aan de Belastingdienst moet worden afgedragen. 

De afnemer kan de BTW op de factuur in aftrek brengen in de BTW-aangifte over het tijdvak waarin de factuurdatum valt. Dit geldt ook als de afnemer de factuur nog niet heeft betaald. Voorwaarde is uiteraard wel dat de afnemer recht op BTW-aftrek heeft omdat hij de inkopen gebruikt voor zijn BTW-belaste prestaties.

Verzuimboete opgelegd krijgen

Een BTW-ondernemer die de verschuldigde BTW niet tijdig betaalt en niet tijdig aangeeft, kan daarvoor van de Belastingdienst een verzuimboete krijgen opgelegd. De verzuimboete bedraagt 3% van het niet (tijdig) betaalde BTW-bedrag, met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.514. Daarnaast kan bij een naheffingsaanslag belastingrente worden geheven.

Een voorbeeld met betrekking tot onroerend goed

Onroerend Goed BV bezit allerlei panden en verhuurt een opslagloods aan Opslag BV. Er is een huurcontract opgesteld voor onbepaalde tijd, en in het huurcontract is afgesproken dat Onroerend Goed BV maandelijks een huurtermijn van € 1.500 aan Opslag BV factureert. Onroerend Goed BV zal uiterlijk iedere vijftiende dag van de maand met betrekking tot de verhuur in de voorgaande maand een factuur aan Opslag BV uit moeten reiken.

Voor de verhuur van de maand maart 2020 moet Onroerend Goed BV uiterlijk 15 april 2020 een factuur aan Opslag BV uitreiken. De BTW over de huur van maart 2020 is verschuldigd in de BTW-aangifte over het tijdvak waarin de maand maart 2020 is begrepen.

Ook als Onroerend Goed BV geen factuur uitreikt of de factuur over de maand maart 2020 pas in juli 2020 uitreikt aan Opslag BV, is Onroerend Goed BV de BTW over de huur toch in het tijdvak waarin de maand maart 2020 valt verschuldigd. Bovendien kan Onroerend Goed BV een boete krijgen opgelegd voor te late facturering.

Uitstel van betaling als alternatief

Het instellen van een factureringsstop leidt ertoe dat de BTW-ondernemer de BTW wel verschuldigd wordt, terwijl de afnemer niet betaalt, zodat dit nadelig is voor de BTW-ondernemer. Een alternatief is om aan de afnemer uitstel van betaling te verlenen, met uitzondering voor het bedrag van de te betalen BTW. Van belang daarbij is dat de factuur steeds tijdig wordt uitgereikt.

Betaling van het nog openstaande factuurbedrag op een later moment heeft geen BTW-gevolgen voor de BTW-ondernemer, de BTW is immers al afgedragen. Blijkt dat de afnemer niet kan betalen en is de openstaande vordering een jaar na het opeisbaar worden van het factuurbedrag nog niet voldaan, dan is sprake van een oninbare vordering. De BTW die door de BTW-ondernemer eerder afgedragen is, kan dan worden teruggevraagd in zijn BTW-aangifte door bij vraag 1a/1b een negatieve omzet en een negatief BTW-bedrag in te vullen.

Opeisbaar bij verlopen betalingstermijn

Een factuur is opeisbaar op het moment dat de betalingstermijn is verlopen. Is geen betalingstermijn op de factuur of in de algemene voorwaarden vermeld, dan geldt de wettelijke betalingstermijn van dertig dagen.

Éénjaarstermijn van openstaande vorderingen verstreken

Richt de administratie dusdanig in dat duidelijk wordt wanneer de éénjaarstermijn van openstaande vorderingen is verstreken, zodat de BTW tijdig in de BTW-aangifte terug kan worden gevraagd. De BTW moet worden teruggevraagd in de BTW-aangifte over het tijdvak waarin de éénjaarstermijn is verstreken. Het is belangrijk dat uw administratie daarop aansluit.

Uitstel van betaling

Omdat een factureringsstop er niet toe leidt dat de afdracht van BTW door de presterende BTW-ondernemer wordt uitgesteld en tijdige facturering verplicht is, kan de BTW-ondernemer er voor kiezen om na uitreiking van de factuur uitstel van betaling aan zijn afnemer te verlenen.

Mocht de vordering onbetaald blijven, en de éénjaarstermijn na afloop van de uiterste betalingstermijn zijn verstreken, dan kan de BTW-ondernemer de eerder afgedragen BTW bij de Belastingdienst terugvragen via zijn BTW-aangifte. U kunt de aangifte BTW pas invullen als de Belastingdienst die voor u heeft klaargezet in de laatste week van het tijdvak waarover u aangifte gaat doen.

U vindt de aangifte in het beveiligde gedeelte van de internetsite. U kunt ook aangifte doen met eigen aangifte- of administratiesoftware.

Gerechtelijke uitspraak

In een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland wordt bevestigd dat het opschorten van de facturering niet leidt tot opschorting van de betaling van BTW in de BTW-aangifte. Het betrof in deze zaak voor de rechtbank een bv die met een andere bv overeengekomen is om managementprestaties voor haar te verrichten. In verband met liquiditeitsproblemen bij de afnemende bv is besloten om de facturering op te schorten.

Omdat de managementprestaties maandelijks worden verricht en daarvoor een vergoeding overeengekomen is tussen beide partijen, oordeelt de rechtbank dat er een factuur moet worden uitgereikt en de BTW maandelijks verschuldigd is geworden.

Bron: www.rendement.nl van 18 mei 2020

Ga terug naar de vorige pagina